de laatste (m) (n) (voorwerpen - mannelijk) | the latter (n) (voorwerpen - mannelijk) |
de laatste (m) (n) (voorwerpen - vrouwelijk) | the latter (n) (voorwerpen - vrouwelijk) |
de laatste (m) (n) (algemeen) | the last (n) (algemeen) |
de laatste (m) (n) (voorwerpen - vrouwelijk) | the last one (n) (voorwerpen - vrouwelijk) |
de laatste (m) (n) (voorwerpen - mannelijk) | the last one (n) (voorwerpen - mannelijk) |
de laatste (m) (n) (vrouw) | the last (n) (vrouw) |
de laatste (m) (n) (algemeen) | the end (n) (algemeen) |
de laatste (m) (n) (man) | the last (n) (man) |